Vestigingen

De losse verkoopdagen in onze twee vestigingen zijn zaterdag 28, maandag 30 en dinsdag 31 december. Let op: zondag 29 december is géén verkoopdag.
Voor vragen over je bestelling of andere algemene vragen stuur een mail vuurwerk@mantel.com

Arnhem Noord
Van Lawick Van Pabststraat 95 6814 HC Arnhem 026 - 445 09 45
Zaterdag 28 December 08.00 - 20.00 uur
Maandag 30 December 08.00 - 20.00 uur
Dinsdag 31 December 08.00 - 18.00 uur
Arnhem Zuid
De Overmaat 72 6831 AJ Arnhem 026 - 445 09 45
Zaterdag 28 December 08.00 - 20.00 uur
Maandag 30 December 08.00 - 20.00 uur
Dinsdag 31 December 08.00 - 18.00 uur

Heeft u vragen?

Neem dan contact met ons op via de mail vuurwerk@mantel.com of telefonisch 026-4450945

Over Vuurwerk

Hoe vuurwerk is ontstaan

Niemand weet precies wanneer en waar vuurwerk uitgevonden is. Waarschijnlijk bij toeval, doordat iemand per ongeluk salpeter morste (een chemische stof die vroeger wel eens gebruikt werd als vervanger van zout), tijdens het koken. Dat poeder viel in het houtvuur en begon tot ieders schrik enorm te knetteren. In ieder geval gebruikte men in China al 2000 jaar geleden vuurwerk. Voor feesten, maar ook omdat men dacht dat de knallen boze geesten weg zouden jagen.

Bij ons is vuurwerk pas vanaf de middeleeuwen bekend. Het werd toen vooral in oorlogen gebruikt: bommen vol kruit waarmee kasteelmuren kapotgeschoten werden en vuurpijlen die de vijand bang moesten maken. Vuurwerkmaker was toen een belangrijk en geheimzinnig beroep. Er werd maar wat aangerommeld en er zijn dan ook heel wat vuurwerkmakers zelf met kruit en al de lucht in gevlogen. Zo’n 200 jaar geleden werd scheikunde een echte wetenschap. Daarmee ging ook de kennis van vuurwerk snel vooruit.

In de loop van de 19e eeuw verdween het gebruik van buskruit op oudejaarsavond grotendeels om in de 20e eeuw terug te komen, vooral na 1945. Tijdens de tweede wereldoorlog hoorde men knallen genoeg en piekerden de meeste mensen er niet over het nieuwe jaar met vuurwerk te begroeten. Ook in de eerste jaren na de oorlog werd er op 31 december maar weinig geknald. Pas rond 1965 werden rotjes, zevenklappers, vuurpijlen en gillende keukenmeiden populair.

 

Vuurwerk, zo werkt het!

Je hebt heel veel soorten vuurwerk, maar één ding is bij allemaal hetzelfde: er zit kruit in dat ontploft. Zo’n ontploffing krijg je als je buskruit in een afgesloten buisje stopt en aansteekt. Er komt dan plotseling heel veel gas vrij, dat niet meer in dat kleine buisje past. Zit onder in het buisje een gat, dan spuit het gas eruit en stijgt het vuurwerk op, net als bij een raket of een straalvliegtuig. Zitten er in de bodem een paar kleine gaatjes in plaats van één grote, dan geeft dat een fluitend geluid, net als bij de dop van een fluitketel. Als je het buisje goed dicht maakt, dan wordt de druk zo groot dat de hele boel uit elkaar spat, een explosie dus. Behalve buskruit worden er door vuurwerkmakers ook andere blokjes met chemische stoffen in dat buisje gestopt. Het brandende kruit steekt die blokjes weer aan en die geven van die prachtige gekleurde vonken.

Vuurwerklont

Om het kruit aan te steken, gebruik je het lont. Die geeft je nog even de tijd om een veilig afstand te nemen, voordat het vuurwerk de lucht in gaat. Zo’n lontje brandt heel snel: de aansteektijd van een lontje is in de wet vastgesteld (tussen 3 en 8 seconden). Dus niet te snel, anders kun je niet wegkomen. En niet te langzaam: anders ga je misschien nog een keer kijken waarom het zo lang duurt. Een lont is niet zomaar een touwtje. Het bestaat uit katoendraden die geweekt zijn in een papje van kruit en bindmiddel. Door het kruit brandt het lontje zo snel.

Het is heel gevaarlijk om vuurwerk af te steken als het lontje afgebroken is of als het halverwege is uitgegaan. Voor je het weet knalt het in je handen uit elkaar.

Het vuurwerk dat je in Nederland koopt heeft altijd een lont. Als er een te kleine lont aan zit of als je het vuurwerk ergens langs moet strijken (strijkers) is dit gevaarlijk en verboden. De meeste ernstige vuurwerkongelukken aan handen en onderarm worden veroorzaakt door te vroeg exploderend vuurwerk dat in de hand is afgestoken, zoals strijkers.

Vuurwerk effecten

Knalvuurwerk bestaat uit een papieren omhulsel waarin buskruit zit. De samenstelling van buskruit is al eeuwenlang dezelfde. Het is een mengsel van kaliumnitraat (salpeter), houtskool en zwavel. Siervuurwerk heeft – behalve het buskruit – stoffen die voor rook-, geluids- en lichteffecten zorgen. Het is opgebouwd uit karton, kunststof, klei en hout. Ongeveer 10 procent van het gewicht bestaat uit metalen. Zo wordt aluminium en magnesium gebruikt om een wit flitseffect te creëren. Een combinatie van ijzervijlsel en houtskool geeft een goudkleurige vonkenregen. Strontium geeft rood en barium geeft groen licht. Voor een blauwe kleur wordt koperoxide gebruikt. In veel vuurwerk zit koper en het merendeel bevat zink.

Vuurwerk kopen

  • Koop alleen goedgekeurd vuurwerk bij erkende verkoopadressen. Vaak kun je deze herkennen aan het opschrijft: ‘Verkoop vuurwerk. Roken en open vuur verboden’.
  • Goedgekeurd vuurwerk heeft in ieder geval altijd een Nederlandse gebruiksaanwijzing.
  • Ga niet zelf experimenteren met vuurwerk
  • Maak vuurwerk nooit open en probeer niet om zelf vuurwerk te maken.

Vuurwerk bewaren

  • Bewaar vuurwerk op een veilige, droge plaats, bijv. in een blikken trommel.
  • Bewaar vuurwerk buiten het bereik van kleine kinderen
  • Steek vuurwerk nooit los in je zak, want als het dán afgaat …

Veilig vuurwerk afsteken

  • Lees de gebruiksaanwijzing van tevoren goed door, buiten is het waarschijnlijk donker!
  • Draag kleding van katoen of wol, vonken branden direct gaten in kunststof kleding.
  • Drink van tevoren niet teveel alcohol.
  • Zet vuurpijlen in een fles gevuld met zand en vuurpotten tussen een paar bakstenen.
  • Steek vuurwerk nooit in je hand aan.
  • Steek vuurwerk aan met een aansteeklont.
  • Draag een veiligheidsbril.
  • Houd minstens 6 meter afstand.
  • Steek elk stuk vuurwerk apart af.
  • Gooi nooit met vuurwerk naar mensen en dieren.
  • Steek weigeraars nooit opnieuw aan, maar gooi er een emmer water overheen.